Archeologie speelt in de omgeving van de N239 een belangrijke rol. Bij het project N239 wordt de kruising ter hoogte van de Westfriesedijk (N239) met de Zuiderzeestraat vervangen door een rotonde. Een deel van Aartswoud valt binnen een zogenoemde zone waar rekening gehouden moet worden met archeologie wanneer er werkzaamheden zijn. Vanwege de geplande werkzaamheden hiervoor is het archeologisch onderzoek gedaan. Op die manier kunnen werkzaamheden eventuele archeologische resten niet beschadigen of vernietigen.
Een middeleeuwse kerk?
Sander Gerritsen: “In september en oktober is op diverse plekken gegraven. Soms tot wel 2 meter diep, waarbij we veel archeologische overblijfselen vonden. Tijdens het eerdere onderzoek in september vonden we brokken tufsteen die waarschijnlijk van een middeleeuwse kerk zijn, gebouwd rond 1100. We vonden tijdens het vervolgonderzoek in oktober geen bewijs voor de aanwezigheid van deze middeleeuwse kerk. Menselijke begravingen, losse botten of funderingen van een kerk ontbreken. De eerder gevonden brokken tufsteen kunnen ook komen van de kerk van Gawijzend (een middeleeuws dorp ten noorden van Aartswoud). Ondanks dat niet direct kan worden bewezen dat de kerk hier stond, is wel duidelijk geworden dat de Aartswouders in de late middeleeuwen op deze plek woonden. Van de bewoning vonden we een huisterp. Deze was omgeven door een brede terpsloot waarin resten van middeleeuws aardewerk, leren schoenen en uitzonderlijk goed geconserveerde metalen objecten tevoorschijn kwamen.”
Verandering
Gerritsen: “De sloot rondom de huisterp is vermoedelijk rond 1400 gedempt. Op een aantal locaties vonden we aanwijzingen voor het steken van veen. Dit deed men vooral om turfjes te winnen, de brandstof van de Westfriese huishoudens in die periode. Daarnaast werd veen gestoken om dijken mee aan te leggen en te versterken. Wellicht is de sloot gedempt als onderdeel van een nieuwe inrichting van dit gebied in de late middeleeuwen en bouwde men een nieuwe herberg iets zuidelijker.”
Herberg ‘De Roode Leeuw’
Gerritsen: “Uit een latere periode is bekend dat op de kruising van de Zuiderzeestraat met de Omringdijk eeuwenlang herberg ‘De Roode Leeuw’ stond. De oudste bron over de herberg komt uit 1676. Van de herberg en oudere voorganger(s) vonden we funderingen, kelders, waterkelders, kleivloeren, meerdere bierkannen van steengoed en insignes van lood/tin. Insignes zijn draagspeldjes met een symbolische afbeelding. De insignes vertellen het verhaal van de drager. Bijvoorbeeld dat deze een pelgrimstocht had volbracht of op zoek was naar een nieuwe partner.”
Vurige liefde: het blaasbalg-insigne
Gerritsen: “Een van de meest bijzondere stukken uit de opgraving is een insigne in de vorm van een blaasbalg met daarop een vrijend paar. Het is 3,7 cm lang en weegt nog geen 7 gram. De bovenkant van dit insigne is in de vorm van een blaasbalg met daarop een voorstelling van een elkaar vurig liefhebbend stel. De onderkant is hol. Mogelijk kon daarin een geurende stof of een verborgen boodschap zitten. De symboliek van het insigne is dat de blaasbalg het vuur van de liefde en lust aanwakkert. Het is voor te stellen dat tijdens bepaalde gelegenheden, bijvoorbeeld tijdens het middeleeuwse carnaval in de herberg, bezoekers dergelijke insignes droegen en verloren. Mogelijk was op deze locatie in Aartswoud al na 1335 een herberg aanwezig waar het vuur van de liefde kon oplaaien.”
Volgend jaar verder
De voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van de rotonde zijn bijna afgerond. Gerritsen: “Het onderzoek heeft sprekende resultaten opgeleverd over het laatmiddeleeuwse verleden van Aartswoud. In het voorjaar van 2022 vindt de derde fase van het archeologisch onderzoek plaats. Dit is voorafgaand aan de vervanging van een deel van de huidige dijk aan de oostzijde van de kruising door een fietspad. Hierbij wordt het profiel van de dijk onderzocht.”